Het is opvallend dat kunstenaar Hanshan Roebers, die ruimtelijke objecten maakt, in zijn schilderijen voor een perspectiefloze benadering heeft gekozen. In 2007 ondernam hij een reis door Japan en werd gegrepen door de kunst en cultuur van het land. Bij terugkomst maakte hij schilderijen en tekeningen geïnspireerd door Japanse prentkunst en houtarchitectuur. In zijn werk is de Japanse invloed te zien zowel in thematiek als werkwijze. In een aantal schilderijen refereert hij aan de Japanse houtsnedenkunst door gedetailleerd te werken in elegante lijnvoering. Ook het materiaal waarop hij werkt, vaak speciaal geprepareerd papier, is gebaseerd op technieken die in Japan eeuwenlang gangbaar zijn. Roebers schildert voornamelijk krijgers en samoerai, en grijpt daarmee terug op het heldengenre in de Japanse prentkunst. Toch heeft Roebers een eigen, werkwijze. Zijn krachtige lijnen, de bijna abstracte samoeraifiguren in monochrome tonen laten een moderne hedendaagse interpretatie zien van een eeuwenoude kunstvorm. Daarmee sluit hij aan bij een traditie die al vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw in gang is gezet. Door openstelling van de grenzen werd Japan een bron van inspiratie voor vele schilders, waaronder Vincent van Gogh. Met name Ukiyo-e, de kleurenhoutsnede, was, en is, inspiratiebron voor menig kunstenaar. ‘Ukiyo’ betekent onder andere “een gevaarlijk leven” en deze term omvat de thematiek in Roebers schilderijen. De indrukwekkende houtarchitectuur resulteerde in een groot aantal Congs. Oorspronkelijk zijn Congs rituele voorwerpen, meestal van jade, gevonden in graven in China en Japan. Het maken van de Congs gaat bij Roebers als vanzelf. Er is geen vooropgezet plan of idee; in het maken worden de volgende handelingen zichtbaar als reactie op wat er zojuist gebeurd is. De Congs zijn derhalve niet gemaakt, ze zijn ontstaan.

Galerie Noordeinde, Den Haag.